Uitspraak Hoge Raad: Belangrijke ontwikkelingen in vergoedingsrechten bij samenwoners
Uitspraak Hoge Raad: Belangrijke ontwikkelingen in vergoedingsrechten bij samenwoners
Tussen samenwoners kan sprake zijn van vergoedingsrechten.
Dit is bijvoorbeeld van toepassing wanneer je samen een woning koopt en één van beiden meer eigen vermogen investeert dan de ander.
Recent heeft de Hoge Raad een belangrijke uitspraak gedaan waarvan ik de essentie zal toelichten en zal afsluiten met een toelichting waarom dit ook voor jullie belangrijk kan zijn.
Achtergrond van de Uitspraak
De Hoge Raad heeft recentelijk gesproken over vergoedingsrechten tussen samenwonende partners.
Nadat het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch een vordering van € 107.000 toekende aan de man ging de vrouw in cassatie bij de Hoge Raad.
Deze vernietigde de uitspraak van het Hof.
De start van de procedure
De man en de vrouw hebben samengewoond en waren niet gehuwd of geregistreerd als partner.
De man en de vrouw kochten samen een woning aan, in de verhouding 50%-50%.
De man investeerde een bedrag van € 214.000 uit eigen middelen (overwaarde van zijn vorige woning).
De man is van mening dat hij een bedrag van € 107.000 heeft geïnvesteerd in het vermogen van de vrouw en dit terug moet krijgen.
De vrouw is van mening dat dit onjuist is, omdat de vordering van de man is verjaart.
De uitspraak van het Hof
De man heeft recht op een vergoeding van de vrouw van € 107.000 (50% van € 214.000, het bedrag dat hij investeerde).
De uitspraak van de Hoge Raad
De Hoge Raad stelt dat geen sprake is van een vergoedingsrecht.
Dit vergoedingsrecht is volgens de Hoge Raad verjaart.
De verjaringstermijn bedraagt vijf jaar en gaat in principe in op het moment dat het vergoedingsrecht opeisbaar.
Waarom is dit voor jou belangrijk?
Vanuit mijn achtergrond als docent weet ik dat vergoedingsrechten een lastig thema zijn in de jurisprudentie.
Met name omdat vaak lastig te herleiden is welke afspraken concreet zijn gemaakt op het moment dat de investering is gedaan.
Bij samenwoners is dit wellicht nog lastiger omdat er enerzijds geen duidelijke wettelijke basis is en anderzijds sprake is van een verjaringstermijn.
In de praktijk is het ‘vermengen’ van vermogen echter aan de orde van de dag.
Om discussie in de toekomst te voorkomen is het daarom van groot belang om direct ten tijde van de investering de afspraken zorgvuldig vast te leggen, het liefst in een onderlinge overeenkomst.
Bij het beëindigen van de relatie of overlijden van één van beide partners kan dan een vervelende (juridische) strijd worden voorkomen.
Hulp nodig?
Indien gewenst kan ik met jullie meekijken naar de afspraken die jullie onderling maken over investeringen vanuit privévermogen.
Je maakt dan afspraken over de opeisbaarheid en de wijze waarop het vergoedingsrecht wordt afgerekend (nominaal, beweegt het mee met de waarde van de investering of krijg je jaarlijks bijvoorbeeld rente).
Neem gerust telefonisch contact op of via de e-mail.