Financiele tegemoetkoming bij co-ouderschap

Een van de vele zaken die bij een scheiding komen kijken, is het regelen van financiële zaken.
Vooral wanneer er kinderen bij betrokken zijn. 

Een belangrijk aspect hiervan is het kindgebonden budget en de kinderbijslag bij co-ouderschap. 

Soms hoor je dat ouders, als er meer kinderen zijn, ervoor kiezen beiden minimaal 1 kind in te schrijven op hun adres. 

Dit is vaak bedoeld om extra financieel voordeel te creëren. 

Daarnaast kunnen beide ouders recht hebben op de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK).

In de praktijk merken we dat er veel onduidelijkheid is over deze onderwerpen.

In deze blog gaan we daarom dieper in op hoe deze regelingen werken, welke voordelen er gecreëerd kunnen worden en hoe het nu precies zit het het co-ouderschap.

Het kindgebonden budget

Het kindgebonden budget is een financiële tegemoetkoming van de overheid voor ouders met minderjarige kinderen. 

De hoogte van het kindgebonden budget is afhankelijk van verschillende factoren, waaronder het inkomen van de ontvanger(s). 

Het kindgebonden budget is onderdeel van de toeslagen.

Uitsluitend de ouder die aanvrager is voor de kinderbijslag heeft recht op het kindgebonden budget.

Kinderbijslag

Kinderbijslag is een bedrag dat ouders van de overheid ontvangen om te ondersteun in de kosten van het opvoeden van hun kinderen. 

De hoogte van kinderbijslag is afhankelijk van de leeftijd van het betreffende kind.

De kinderbijslag is niet afhankelijk van het inkomen.

De kinderbijslag wordt eenmaal per kwartaal uitbetaald.

Inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK)

De Inkomensafhankelijke Combinatiekorting (IACK) is een belastingvoordeel voor ouders met jonge kinderen. 

Het is bedoeld om werkende ouders financieel te ondersteunen.

Er is recht op de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) indien voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  1. Je hebt een kind dat op 1 januari jonger dan 12 jaar is;
  2. Het kind staat tenminste 6 maanden ingeschreven bij de gemeente op jouw woonadres;
  3. Je werkt en hebt een arbeidsinkomen van tenminste € 6.073;
  4. Je hebt geen of minder dan 6 maanden een fiscale partner.
    Heb je langer dan 6 maanden een fiscale partner, dan heb je alleen recht op de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK) indien jouw arbeidsinkomen lager is dan dat van jouw fiscale partner. [1] 

Waar staat een kind inschreven?

In de Wet Basisregistratie Persoonsgegevens is opgenomen waar een kind inschreven dient te staan.Artikel 1.1 onder o 1° zegt hierover het volgende:

“Indien betrokkene op meer dan één adres woont, het adres waar hij naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten”

Dit betekent dat, indien er niet sprake is van een zuivere 50%-50% verdeling in de zorg- en contactregeling, dat de kinderen staan inschreven bij de ouder waar zij het meest verblijven.

Het is niet mogelijk om één kind in te schrijven op twee adressen in het BRP.

Wanneer is sprake van co-ouderschap?

Het uitgangspunt van het BRP is duidelijk.

Toch kan dit onredelijk uitpakken wanneer sprake is van een, min-of-meer, gelijke zorgverdeling.

De wetgever heeft dit getracht op te lossen.

In artikel 4 lid 2 van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen is het volgende opgenomen:

“De in het eerste lid opgenomen voorwaarde van inschrijving in de basisregistratie personen geldt niet gedurende de periode waarin de aldaar bedoelde persoon tegelijkertijd tot de huishoudens van zijn beide ouders behoort en hij op hetzelfde woonadres als een van die ouders is ingeschreven in de basisregistratie personen. Voor de toepassing van de eerste zin behoort een kind tegelijkertijd tot het huishouden van diens beide ouders indien hij binnen het kalenderjaar in nagenoeg gelijke mate in elk van beide huishoudens verblijft. Aan deze voorwaarde wordt in ieder geval voldaan wanneer het kind 156 dagen van het kalenderjaar in elk van beide huishoudens verblijft. Indien het kind niet gedurende het gehele kalenderjaar, maar wel gedurende ten minste een maand, in elk van beide huishoudens verblijft, wordt het aantal dagen, genoemd in de derde zin, naar tijdsgelang herrekend.”  [2]

Bovenstaande is de uitkomst van een discussie die al jaren speelt.

Een discussie waarover ook veel rechtszaken zijn gevoerd.

Kort door de bocht mogen we nu concluderen dat als een kind over een heel jaar genomen gemiddeld drie dagen is bij de ouder waar deze niet staat ingeschreven, dit kind deels behandeld wordt alsof het wel staat ingeschreven bij de betreffende ouder.

Wat heeft dit voor gevolgen?

Inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK)

Als er sprake is van een co-ouderschap zoals hierboven opgenomen, heeft ook de ouder waar het kind niet staat ingeschreven recht op de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK).

Uiteraard wel indien de betreffende ouder voldoet aan de overige voorwaarden.

Dit betekent dat bij beide ouders recht is op de inkomensafhankelijke combinatiekorting (IACK).

Deze bedraagt in 2024 maximaal € 2.950 per ouder.

Kinderbijslag en kindgebonden budget

Zoals eerder aangeven heeft uitsluitend de ouder die aanvrager is voor de kinderbijslag recht op het kindgebonden budget.

In het kindgebonden budget is de zogenaamde alleenstaande ouderkop (AOK) opgenomen.

Deze bedraagt in 2024 € 3.185.

Onafhankelijk van het aantal kinderen is dit een basisbedrag.

En dit is precies waar je voordeel kan creëren.

Als er sprake is van meerdere kinderen en jullie voldoen aan de voorwaarden van het co-ouderschap, dan is het mogelijk om beide voor één kind aanvrager te worden voor de kinderbijslag. 

Dit heeft tot gevolg dat, indien jullie geen nieuwe toeslagpartner hebben, jullie beiden in aanmerking komen voor de AOK.

Voorbeeld

Als voorbeeld neem ik Hans en Wilma.

Hans heeft een verzamelinkomen van € 31.820.

Wilma heeft een verzamelinkomen van € 43.200.

Hans en Wilma hebben twee kinderen in de leeftijd van 16 en 12 jaar.

De kinderen hebben hun hoofdverblijf bij Hans en staan op zijn adres ingeschreven in het BRP.

Stel dat Hans aanvrager is voor de kinderbijslag voor beide kinderen.

Hij heeft dan naar schatting recht op een kindgebonden budget van € 803 per maand.

Stel dat Hans en Wilma ervoor kiezen dat Wilma aanvrager wordt voor de kinderbijslag van hun jongste kind, dan hebben beiden recht op kindgebonden budget.

Voor Hans bedraagt het kindgebonden budget circa. € 542 per maand.

Voor Wilma bedraagt het kindgebonden budget circa. € 459 per maand.

Het totale kindgebonden budget bedraagt dan € 1.011 per maand. 

Dat is € 208 hoger dan wanneer Hans voor beide kinderen aanvrager is voor het kindgebonden budget.

Conclusie

Feit is dat bij een (echt)scheiding beide partners er financieel op achteruit gaan.

Het leven vanuit één huishouden naar twee huishoudens wordt ten slotte een stuk duurder.

Om deze reden is het extra belangrijk om goed te kijken naar de financiële tegemoetkomingen waarvan gebruik gemaakt kan worden.

Bij Praktijk MOOS zijn wij gespecialiseerd in dit onderwerp.

Heb je hier vragen over?

Neem dan gerust contact op.

Dat kan telefonisch (06-15109172) of via de e-mail (berry@vanzuidammediation.nl).




[1] https://www.belastingdienst.nl/wps/wcm/connect/nl/aftrek-en-kortingen/content/voorwaarden-inkomensafhankelijke-combinatiekorting

[2] https://wetten.overheid.nl/BWBR0018472/2024-01-01